Billijke vergoeding

Billijke vergoeding

Naast de transitievergoeding heeft de rechter de mogelijkheid om een billijke vergoeding op te leggen. De billijke vergoeding kan worden opgelegd indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst te wijten is aan ernstig of verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uitgangspunt hierbij is dat de rechter de billijke vergoeding dient te bepalen op een wijze die, en op het niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. De Hoge Raad heeft bepaald dat de billijke vergoeding geen punitief doel heeft. Als de rechter een billijke vergoeding oplegt dat zal hij in de motivering van zijn oordeel inzicht moeten geven in de omstandigheden die tot de beslissing over de hoogte van de vergoeding hebben geleid.

In het Hairstyle arrest van 14 februari 2019 heeft de Hoge Raad bepaalt met welke omstandigheden rekening moet worden gehouden. Dit zijn:

  • Wat zou de werknemer aan loon hebben genoten indien de opzegging zou zijn vernietigd, dus is er een reële kans dat de arbeidsovereenkomst anders zou zijn voortgeduurd of was deze wellicht wegens een verstoorde arbeidsverhouding op korte termijn ontbonden. In dat laatste geval zou er waarschijnlijk geen billijke vergoeding zijn uitbetaald;
  • In welke mate heeft de werkgever welbewust het dienstverband met de werknemer in strijd met de geldende wettelijke voorschriften opgezegd? Dit zou kunnen vlak voor de wettelijke regels veranderen.
  • Zijn de redenen die de werknemer heeft om voor een billijke vergoeding te kiezen in plaats van voorzetting van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever toe te rekenen. Dit geldt bijvoorbeeld als de werkgever het de werkgever onmogelijk maakt zijn werkzaamheden behoorlijk uit te kunnen voeren;
  • Heeft de werknemer inmiddels ander werk gevonden en welke inkomsten geniet hij daaruit
  • Welke andere inkomsten kan de werknemer in redelijkheid in de toekomst verwerven;
  • Wat is de hoogte van de aan de werknemer toekomende transitievergoeding, waarbij aangetekend moet worden dat het niet gaat om verrekening met de transitievergoeding, de hoogte van de transitievergoeding moet alleen bij de beoordeling worden betrokken;

Het gaat dus altijd om persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Er kan dus rekening worden gehouden met de gedragingen van de werkgever die tot het ontslag hebben geleid maar ook met het feit dat de werknemer weer snel ander werk heeft gevonden en dus geen materiële schade lijdt.