De ambtenaar en de arbeidsovereenkomst

De ambtenaar en de arbeidsovereenkomst

Op 1 januari 2020 trad de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. Tot dat moment hadden alle ambtenaren een andere rechtspositie en vooral een andere rechtsgang dan werknemers die onder het burgerlijk recht vielen. Dit was vooral vreemd voor werknemers die hetzelfde beroep uitoefende, maar de één in dienst van de overheid en de ander in dienst op grond van een arbeidscontract. Zo moest een leraar die lesgaf in het openbaar onderwijs en zijn arbeidsconflict wilde uitvoeren via een bezwaar- en beroepsprocedure naar de Bestuursrechter, terwijl de leraar die lesgaf in het bijzonder onderwijs rechtstreeks toegang had tot de Kantonrechter. Dit is nu dus gelijk getrokken. Helemaal gelijk? Nee, dat niet. Ambtenaren moeten dienstbaar zijn aan het publieke belang, met respect voor de besluiten van de boven hen gestelde democratisch gelegitimeerde organen. Om dit te benadrukken moeten veel ambtenaren een ambtseed afleggen, dat verandert dus niet. Het zijn dus allen bijzondere werknemers en sommige ambtenaren hebben een nog meer speciale positie. Dit geldt met name op het gebied van integriteit.

Wie herinnert zich niet de ophef toen minister Grapperhaus, midden in Coronatijd, geen afstand hield tijdens zijn bruiloft? Ambtenaren hebben een voorbeeldfunctie en als zij integriteitsregels schenden, dan wordt ook de integriteit geschonden van de overheid als geheel. Dit ondermijnt het vertrouwen van de overheid en daarom zijn er strengere normen. De Ambtenarenwet bestaat dus nog wel en is met name belangrijk voor de regels over integriteit. Het hangt hierbij er ook vanaf wat voor soort ambtenaar je bent. Werk je in de kantine van een gemeente, dan is dit anders dan wanneer je ambtenaar bent bij het Openbaar Ministerie, het Ministerie van Justitie, de Belastingdienst, de rechtspraak en de politie. Voor deze ambtenaren mag worden verlangd dat hun integriteit boven iedere twijfel verheven is. Als het om een zeer ernstige schending gaat, bijvoorbeeld een strafbaar feit, zoals diefstal van de werkgever, dan zal een ambtenaar sowieso moeten begrijpen dat dit ontoelaatbaar is. Vaak zal er zonder verdere waarschuwing een strafontslag volgen.

Minder duidelijk is het welke gedragingen zowel op het werk als in de privésfeer vallen hier dan ook onder vallen. Net als ‘gewone werkgevers, zullen ook overheidswerkgevers in een reglement moeten aangeven wat er onder het schenden van de integriteitsregels valt. Dit zal een algemeen gestelde lijst zijn want het is onmogelijk om ieder mogelijk voorval te beschrijven. Het moet echter voor een werknemer in grote lijnen duidelijk zijn wat wel en wat niet mag.

Hebben ambtenaren dan nog steeds zo’n uitzonderlijke rechtspositie? Nee, dat nu ook weer niet. Immers voor werknemers die bij een bank, of een verzekeringsmaatschappij werken, advocaten, notarissen, gelden ook gedragscodes die voor een deel de integriteit bewaken.

Nu ambtenaren onder het burgerlijk recht vallen, zijn er wel meer mogelijkheden wat betreft het ontslag. Een werkgever kan een werknemer op staande voet ontslaan wegens ernstig plichtsverzuim. Een werknemer heeft dan noch recht op een transitievergoeding noch op een werkloosheidsuitkering. Maar een kantonrechter kan ook oordelen dat het gedrag van een werknemer weliswaar ontoelaatbaar was en dat van de werkgever ook niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst voort te zetten, maar dat het verwijt nu ook niet zo groot is dat de werknemer een (gedeeltelijke) transitievergoeding kan worden toegekend en er is in dit geval ook meer kans dat UWV een WW uitkering toekend. Het heeft lang geduurd maar ik denk dat het beter is dat alle werknemers, wie hun werkgever ook is, op arbeidsrechtelijk gebied, dezelfde rechtspositie hebben. En dat er sommige eisen wat verder gaan, dat komt bij meer beroepen voor.